Motorvoertuigen
Dit zijn alle voertuigen met een motor, die niet op rails rijden. De fiets met trapondersteuning, bromfiets en het gehandicaptenvoertuig zijn geen motorvoertuigen.
Motorrijtuig of motorvoertuig?
Zoals je ziet verschillen deze twee begrippen niet veel van elkaar. De Wegenverkeerswet 1994 (WVW) spreekt over motorrijtuigen. Deze wet vormt de basis voor de verkeersregelgeving in Nederland. Het begrip ‘motorvoertuig’ wordt gebruikt in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV). Hierin zijn alle verkeersregels uit de WVW uitgewerkt.
Personenauto
Dit motorvoertuig op vier wielen is ontworpen voor het vervoer van maximaal 8 personen (exclusief de bestuurder). Voor het besturen van een personenauto is een rijbewijs B nodig.
Motorfiets
Dit motorvoertuig heeft twee wielen (en soms een zijspan of aanhangwagen). De bestuurder is verplicht een helm te dragen en moet een rijbewijs A hebben.
Driewielig motorvoertuig
Dit motorvoertuig heeft drie symmetrisch geplaatste wielen en kan harder rijden dan 45 km per uur.
Bedrijfsauto
Dit motorvoertuig mag goederen tot een maximummassa van 3500 kg te vervoeren.
Vrachtauto
Dit motorvoertuig mag ook goederen met een maximummassa van meer dan 3500 kg te vervoeren.
Met toegestane maximummassa wordt bedoeld het totale gewicht van het voertuig + lading.
Aanhangwagen
Een voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen.
Snorfiets
Dit motorrijtuig op twee wielen kent een maximale snelheid van 25 km per uur. Je herkent een snorfiets aan de blauwe kentekenplaat achterop. De bestuurder moet een rijbewijs AM hebben. Vanaf 1 januari 2023 moeten alle snorfietsers een goedgekeurde helm dragen.
Bromfiets
Dit motorrijtuig op twee wielen kent een maximale snelheid van 45 km per uur. Je herkent een bromfiets aan de gele kentekenplaat achterop. De bestuurder moet verplicht een helm dragen en een rijbewijs AM hebben.
Er zijn ook bromfietsen met drie of vier wielen (geen gehandicaptenvoertuig). Bijvoorbeeld de brombakfiets. Ook deze bromfietsen zijn voorzien van een gele kentekenplaat.
Brommobiel
Deze bromfiets heeft drie of vier wielen en een carrosserie. De brommobiel lijkt op een kleine auto en volgt ook de regels van motorvoertuigen. Je herkent de brommobiel aan een rond wit bord met rode rand met het cijfer 45. De bestuurder moet een rijbewijs AM hebben.
Gehandicaptenvoertuig
Dit voertuig is gemaakt voor het vervoer van een gehandicapte bestuurder. Het voertuig is maximaal 1,10 m breed en kan wel of geen hulpmotor hebben. Met hulpmotor is de maximale snelheid 45 km per uur. Toch is dit voertuig geen bromfiets!
Rijdt de bestuurder van een gehandicaptenvoertuig op het trottoir of voetpad, dan volgt hij de regels voor voetgangers. Ook mag hij niet sneller rijden dan 6 km per uur.
Autobus
Dit motorvoertuig is ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen (exclusief de bestuurder).
Lijnbus
Deze autobus wordt ingezet als openbaar vervoer volgens de Wet personenvervoer 2000. Een lijnbus rijdt een vaste route op vaste tijden, volgens een dienstregeling.
T-100 bus
In Nederland is de maximumsnelheid voor autobussen 80 km per uur. Alleen voor de T-100 bus geldt een uitzondering: deze mag 100 km per uur. Deze bus heeft geen staanplaatsen en voldoet aan speciale veiligheidseisen.
Voorrangsvoertuigen
Dit zijn motorvoertuigen die in geval van nood optische en geluidssignalen voeren, zoals blauwe zwaai-, flits- of knipperlichten en een tweetonige hoorn. Voorbeelden van voorrangsvoertuigen zijn: ambulances, politie- en brandweerauto’s of andere hulpverleningsdiensten.
Bestuurders van voorrangsvoertuigen die zwaailichten en sirenes aan hebben staan, moet je altijd voor laten gaan en een vrije doorgang verlenen.